Verhalen over de opvang
Vluchtelingen ervaren warm bad in Dedemsvaart en Hardenberg
Het verhaal van... Alex Teke
De inwoners van de gemeente zijn gastvrij, gul, vriendelijk en bezitten een warm hart voor mensen die het moeilijk hebben. Dat is de ervaring van de 35-jarige Alex Teke die sinds een aantal weken samen met zestig andere vluchtelingen uit Oekraïne verblijft in een voormalige basisschool in Dedemsvaart.
Desondanks is hij niet blij. Hij maakt zich zorgen om zijn ouders, zijn vrienden en mist vooral zijn werk. “Als je werkt voel je je nuttig, heb je een dagritme, verdien je geld en kan je jezelf redden. Ik ervaar nu pas hoe belangrijk dat is.”
Alex is een van de duizenden inwoners van Oekraïne die hun land moesten verlaten door de oorlog met Rusland. In het opvangcentrum valt hij direct op door zijn keurige verzorgde donkere uiterlijk en zijn vlekkeloze Engels. Afkomstig uit Kameroen studeerde hij in Oekraïne en vond daar een baan. “Oekraïne heeft goede en betaalbare universiteiten”, vertelt hij. “Daarom gaan heel veel mensen uit Afrika en India daar studeren. Na het uitbreken van de oorlog konden sommigen van hen terug naar hun eigen land, maar dat geldt niet voor mij. In Kameroen is het voor mij niet veilig.”
Zijn ouders wonen er nog wel. Ze zijn oud en kunnen niet meer werken. “Ik ondersteunde hen financieel. Daarover maak ik mij nog het meeste zorgen; sinds mijn vlucht heb ik hen geen geld meer kunnen sturen. Ik hoop daarom dat ik snel werk vind. Ik heb internationaal recht en economie gestudeerd, maar ik wil ook wel productiewerk doen. Het maakt me niet uit, als ik maar aan de slag kan.”
Gastvrij onthaald
Alex heeft niets dan lof voor de mensen in Dedemsvaart die alles doen om het de vluchtelingen naar de zin te maken. “Iedereen is heel erg aardig. We hebben nergens gebrek aan. Als je je depressief voelt, zijn er sociale werkers waarmee je een gesprek kan voeren. De buren van de opvang hebben me een fiets gegeven, zodat ik de omgeving een beetje kan bekijken.” Maar een kamer delen met vier onbekenden is niet altijd even gemakkelijk, vindt hij. “Iedereen heeft zijn eigen dag- en nachtritme, problemen en stress. Daar word je continu mee geconfronteerd. Je kan nooit even alleen zijn en dat is wel moeilijk”, vindt hij. “Toch klaag ik niet, want ik ben hier veilig en dat is het belangrijkste.”
Het verhaal van... Mila Romanovska
Met drie massagesalons, 8 medewerkers, een eigen huis, dochter, familie en vrienden had Mila Romanovska een goed leven in haar woonplaats Kiev. De oorlog met Rusland maakte daar abrupt een einde aan.
Samen met haar dochter vluchtte ze naar Nederland. Ze belandde in Hardenberg. Wanneer ze weer terug kan weet ze niet. In de tussentijd probeert ze er wat van te maken. Dus zocht ze een baan en werkt nu in de horeca op vakantiepark ’t Hooge Holt.
De gemeente Hardenberg brengt Oekraïense vluchtelingen die willen werken en werkgevers met elkaar in contact. Zo kwam Mila in contact met Gerjan Kleefman, horecamanager van ’t Hooge Holt. “Ik hou echt van werken. Daarom wilde ik hier zo snel mogelijk aan de slag”, vertelt ze. “De horeca is iets anders dan ik gewend was, maar ik vind het erg leuk. Ik ben echt blij met deze kans.”
Ook Gerjan is blij. “Momenteel is het echt moeilijk om horecapersoneel te vinden”, vertelt hij. “Maar Mila ‘heeft het’. Je kan merken dat ze ondernemer is. Ze is een echte aanpakker en ziet het werk liggen. Ze staat nooit met lege handen en is altijd goedgehumeurd.”
Geen hulp bij taal
Die eigenschappen maken dat Gerjan met plezier wat extra tijd in Mila steekt. “Als statushouders in Nederland aan het werk gaan, hebben ze een inburgeringscursus gehad en kennen de taal. Met vluchtelingen uit de Oekraïne is het een heel ander verhaal”, weet hij inmiddels. “Ze mogen hier direct aan het werk, maar krijgen geen hulp met het inburgeren of het leren van de taal. Daar moet je als ondernemer wel in willen investeren.”
Dus leert Gerjan Mila elke dag een paar Nederlandse woorden. En vertelt hij haar van alles over de Nederlandse cultuur. Hierbij komt de cursus ‘Ik ben Harrie’ die hij ooit via de gemeente heeft gevolgd goed van pas. “In die cursus leer je om te gaan met mensen uit andere culturen. Omdat wij ook met statushouders werken, heb ik hier veel aan gehad. Dat maakt ook dat ik me nu prima kan redden met Mila en het juist als een uitdaging zie om haar te helpen met onze taal en gebruiken.”
Verrijking voor jezelf
Gerjan kan het werken met Oekraïense vluchtelingen bij al zijn collega-werkgevers aanbevelen. “Stel je ervoor open en durf het te doen. Je wordt heel goed begeleid door de gemeente. En als het niet goed gaat, kan je stoppen in de proeftijd”, zegt hij. “Je loopt dus geen enkel risico, terwijl je er anderen echt mee helpt. Daarnaast kan het ook een verrijking voor jezelf zijn. Deze mensen zijn van de ene op de andere dag weggerukt uit het leven wat ze hadden. Werken geeft hen een dagritme en houvast. Het mooie voor jezelf is dat je leert omgaan met andere culturen en in de meeste gevallen werknemers krijgt die alles wel willen doen.”
Het enige wat lastig kan zijn is de taal. Maar daar heeft de ondernemende Mila een oplossing voor gevonden. “Ik begin over een paar weken op het Alfa-college in Hardenberg aan een spoedcursus Nederlands”, vertelt ze enthousiast. “Daar verheug ik me op. Dan kan ik mijn werk op ’t Hooge Holt nog beter doen.”
Vrijwilliger: ‘Je bent een beetje een praatpaal’
Naast de opvang in Dedemsvaart is er ook een opvang in het voormalige ING-kantoor in Hardenberg. Hier is plek voor vijftig vluchtelingen. Op beide locaties werken vrijwilligers als aanspreekpunt voor de tijdelijke bewoners. Eén van hen is Anette Polhuys. Via het Rode Kruis was ze vanaf het eerste uur betrokken en is inmiddels één van de vaste gezichten in Hardenberg.
“Elke woensdag- en donderdagavond ben ik van vijf tot tien uur op de opvang”, vertelt ze. “Wat ik doe is ‘er zijn’ voor de mensen. Je bent een beetje een praatpaal. Sommige mensen vertellen hun levensverhaal, anderen hebben vragen over doktersbezoek. Soms zijn er ook onderling problemen over huishoudelijke zaken. Dat is geen wonder. Deze mensen wonen opeens samen met allemaal vreemden in één huis. Dat vergt veel van hun aanpassingsvermogen.” Anette is blij dat ze op deze manier iets kan doen. “Ik vind het fijn om hen een beetje een huiselijk gevoel te geven en te stimuleren om aan het werk te gaan.”
Samenwerking met allerlei organisaties
Jan van de Giessen is zakelijk leider van de twee locaties en stuurt de vrijwilligers aan. “In de gemeente Hardenberg organiseren we de opvang met een groot aantal organisaties zoals de gemeente, De Stuw, InBeeld, Platform kerken Hardenberg, kerken Dedemsvaart, het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk en een lijst van vrijwilligers”, vertelt hij. “Samen krijgen we heel veel voor elkaar. Maar ook vele inwoners doneren spullen en geld, en organisaties houden inzamelingsacties.”
Jan ervaart de saamhorigheid als positief en merkt dat de vluchtelingen dat ook waarderen. “Desondanks hebben ze het moeilijk. Ze hebben heel veel meegemaakt en alles achter moeten laten. Het is wel een werkersvolk. Ze willen graag aan de slag. We zijn nu heel hard bezig om BSN, bankkaarten en arbeidscontracten te regelen. Zodat deze mensen, zo goed en zo kwaad als het gaat, weer een nieuw leven kunnen opbouwen.”
Blijf op de hoogte
De Stuw houdt u op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de opvanglocaties op hun Facebook-pagina.
Geld doneren
U kunt doneren via NL 52 RABO 0312962053 op naam van De Stuw. Vermeld hierbij 'Opvang Oekraïense vluchtelingen'.