Achtergrond
Van verdedigingsschans tot bedelaarskolonie
De ontwikkelingsgeschiedenis van Ommerschans is zo uniek dat de Koloniën van Weldadigheid op de voorlopige lijst is komen te staan voor Wereld erfgoed.
Onder voorzitterschap van de provincie Drenthe werken Kempens Landschap, de gemeenten Hardenberg, Hoogstraten, Merksplas, Noordenveld, Ommen, Steenwijk, Weststellingwerf, de provincies Antwerpen, Friesland en Overijssel, Onroerend erfgoed, Agentschap voor Natuur en Bos, Vlaamse Landmaatschappij met steun van de Vlaamse Overheid aan de nominatie.
Meer over de unieke ontwikkelingsgeschiedenis van Ommerschans en de bedelaarskolonie is beschreven door de Historische Vereniging Ommerschans en is te lezen in het onderzoek van SteenhuisMeurs / Karvansera.
In deze studie zijn de zogenaamde Outstanding Universal Values (OUV) beschreven. Deze unieke werelderfgoedwaardige kwaliteiten, met daaraan gekoppeld de verschillende landschappelijke en stedenbouwkundige structuren en elementen (attributes genaamd), zijn een belangrijk vertrekpunt geweest voor het rapport 'Koers op Kolonielandschap'.
Beknopte achtergrondinformatie van de Historische Vereniging Ommerschans en uit het rapport Koers op Kolonielandschap kunt u hieronder lezen.
Verdedigingsschans
Voor de Noordelijke Nederlanden is de Tachtigjarige Oorlog van belang als uiteindelijk in 1594 de stad Groningen en Ommelanden als volwaardig lid worden opgenomen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
In 1596 nemen de Groningers het besluit om de grenzen van het gewest beter te gaan beschermen. Coevorden, Bourtange en Bellingwolde worden gefortificeerd. De zuidgrens tussen Coevorden en Meppel blijft grotendeels onbeschermd, maar dat was gezien de natuurlijke gesteldheid van het terrein (een groot moerassig veengebied) te begrijpen.
Nieuwe schans
In 1625 lijdt het platteland van Overijssel sterk onder de plundertochten van de Spanjaarden. De angst bestaat dat zij naar het noorden gaan oprukken en daarbij gebruik gaat maken van de zomerweg die door de venen van het Overijsselse Ommen naar het Drentse Zuidwolde loopt.
Op kosten van Groningen en Friesland wordt daarom langs deze weg een nieuwe schans gebouwd. De nieuw gebouwde schans beslaat een vierkant met aan de Ommense kant drie punten (bastions) en daarvoor een wal.
Rond 1670 wordt zij verder versterkt met het oog op de hachelijke situatie waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden begint te verkeren. Na de val van Deventer in juni 1672 trekt een groot gedeelte van de troepen van de bisschop van Munster naar Ommen en bezet van daaruit de schans. Lang duurt de bezetting niet; aan het einde van het jaar wordt de bisschop gedwongen onze gewesten te verlaten.
Munitieopslagplaats
Vanaf dat moment, de Republiek heeft inmiddels met de diverse tegenstanders vrede gesloten, neemt de militaire betekenis van de schans af. Er blijft een bezettingsmacht aanwezig, maar die heeft meer te stellen met de plaatselijke bevolking dan met militaire opponenten.
In 1740 komt de schans weer in militaire handen. Dan wordt zij vergroot volgens het Nieuw-Nederlands Stelsel met vier bastions, vier ravelijnen, een dubbele gracht en een bedekte weg. Het is dan echter geen verdedigingsschans meer, maar een van de grote munitieopslagplaatsen van Nederland: 's Lands Magazijnen.
Deze worden op 12 juni 1787 overvallen door de burgermilities van Zwolle, Kampen en Vollenhove, die er de wapens komen 'halen', die zij nodig hebben voor hun strijd tegen de regenten. De schans is daarna nog bijna acht jaar bezet geweest tot aan het begin van de Franse tijd; de Bataafse Republiek.
Kolonie van weldadigheid
In 1819 wordt het terrein in bruikleen gegeven aan de Maatschappij van Weldadigheid. In de periode van 1818 tot 1825 heeft de Maatschappij van Weldadigheid in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in vijf aaneengesloten gebieden de Koloniën van Weldadigheid gesticht.
Het doel achter deze koloniën was een integrale oplossing bieden voor het armenvraagstuk in de stedelijke gebieden, door landontginning en te werkstelling van de armen te combineren. In zeven jaar tijd werden door stedelijke armen op deze manier woeste grond ontgonnen en omgezet in landbouwkoloniën.
Op deze manier ontstonden herkenbare landschappelijke eenheden: Een ruimtelijke structuur die geheel was toegesneden op de organisatorische opzet; een sterk orthogonaal en hiërarchisch landschap van orde en tucht dat een scherp contrast vormt met het omliggende landschap.
Particuliere verkoop
Het als eerst ontwikkelde gebied (1818) bestond uit meerdere aaneengeschakelde vrije koloniën in Frederiksoord e.o. In 1819 is Ommerschans gesticht, in 1822 Wortel, in 1823 Veenhuizen en Merksplas in 1825.
In 1830 viel het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden uiteen. De koloniën waren niet allemaal (financieel) even succesvol. Dit leidde ertoe dat (delen) van de koloniën in de particuliere verkoop gingen of later door de staat werden opgekocht.
In met name Frederiksoord e.o. en Ommerschans is het particuliere bezit groot, lees: de invloed van de staat beperkt gebleven. In Veenhuizen en Merksplas is de invloed van het Rijk juist groot. De aanwezigheid van gevangenissen met alle bijbehorende voorzieningen voor het personeel en werkplaatsen voor de gevangen weerspiegelen dit.